top of page
Zoeken

Aan ontrouw kleeft een nare geur


Wat ruik jij niet meer in je relatie?

Een relatie eindigt zelden door ontrouw alleen. Het begint vaak met iets veel subtielers. Een stilte. Een blik die je mist. Een gesprek dat niet meer gevoerd wordt. Het langzaam optrekken van onzichtbare muren. De geur van verbinding vervliegt… en daarvoor in de plaats komt iets wat knaagt.

Ik zie het vaak in mijn praktijk: stellen die ooit begonnen met vuur, maar nu naast elkaar leven als huisgenoten. Eén trekt zich terug in werk of schermen, de ander in het huishouden of de kinderen. Gevoelens worden ingeslikt, spontane aanrakingen blijven uit. En langzaam maar zeker zitten ze meer in hun hoofd dan in elkaars hart.


De eenzaamheid in de relatie

Als die verbinding ontbreekt, dan ontstaat er ruimte. Niet per se omdat je op zoek bent naar iemand anders, maar omdat je ontvankelijk wordt. Voor een blik van buiten. Een gesprek waarin je wél gezien wordt. Iemand die wél vraagt hoe het met je gaat, en oprecht luistert.

Ontrouw begint zelden met de intentie om te bedriegen. Het begint met het verlangen om wél weer te voelen. Wél weer te leven. Verbinding te ervaren.


Voor degene die bedrogen wordt

En dan… dan barst de bom. Vertrouwen wordt verbrijzeld. Schaamte, boosheid, verdriet. Als je bedrogen wordt, voelt het alsof de bodem onder je bestaan wegvalt. En ja, dat is terecht. Want dit raakt alles. Je zelfbeeld. Je veiligheid. Je plek in de relatie.

Maar wat ik je wil meegeven: ontrouw is niet altijd het einde. Het is het bewijs dat er iets al langere tijd niet stroomt. Dat je relatie ergens vastliep. En dat kan, hoe pijnlijk ook, juist een kans zijn. Een crisis als kans. Niet om ‘terug te gaan naar hoe het was’ – want daar is het misgegaan – maar om te onderzoeken:

Waar ging het mis?

Wat hebben we gemist?

En willen we, durven we, hier samen doorheen?


Hoe nu verder?

Herstellen van ontrouw vraagt iets rauws. Eerlijkheid. Kwetsbaarheid. Beide partners moeten bereid zijn om hun aandeel te onderzoeken. Niet alleen de daad van ontrouw, maar ook de context waarin die kon ontstaan.

Ik zie stellen die na zo’n crisis sterker uit de strijd komen dan ooit. Omdat ze durven te praten. Durven te voelen. Durven te rouwen om het oude, en samen iets nieuws te bouwen.


En als je besluit om het niet samen te doen?

Ook dat is oké. Soms is het eerlijker om afscheid te nemen dan om iets te forceren. Maar dan bewust. Met open ogen. Niet als dader en slachtoffer, maar als twee mensen die iets kwijtgeraakt zijn.

Want laten we eerlijk zijn: in het verhaal van ontrouw is het verleidelijk om te wijzen. Jij deed dit, jij hebt kapotgemaakt wat wij hadden. Maar die dynamiek — dader versus slachtoffer — houdt je gevangen in pijn. In strijd. In ongelijkheid.

De waarheid is meestal complexer. De ‘dader’ heeft niet zomaar gekozen om te breken, maar is ergens al afgehaakt. Heeft signalen genegeerd. Of was misschien al te lang alleen, terwijl hij of zij nog naast iemand lag. En de ‘slachtoffer’ is niet alleen maar onschuldig, maar is misschien ook gestopt met écht kijken, écht luisteren, of heeft zichzelf te veel weggecijferd.

Dat erkennen is geen goedpraten. Dat is volwassen. Dat is de stap naar heling.

Want pas als je elkaar kunt zien als twee mensen die hun weg kwijtraakten, kun je elkaar óók weer vinden — óf loslaten zonder oorlog. En dat is waar echte afronding begint.


Ontrouw is niet het einde. Het is een signaal. De vraag is: luister je, of laat je de geur vervliegen zonder te ruiken waar het echt over gaat?


Liefs Francis.

 
 
 

Comments


bottom of page